zaterdag 28 augustus 2010

Een roos met wat voor naam dan ook…

…ruikt net zo zoet. Aldus William Shakespeare. What’s in a name?
Nou, ik kan je vertellen, een naam maakt wel degelijk uit. Een personage is meer dan een verzonnen element in een verhaal. Voor een echt goed verhaal moeten het echte mensen zijn. En dat begint bij een naam.
Het lijkt belachelijk dat ik een uur bezig kan zijn met het bedenken van een naam, en dan bij iets eenvoudigs als ‘Floor’ uitkom. Maar een naam moet passen bij de afkomst, achtergrond en het karakter van je personage. Waar komt de naam vandaan? Wat vinden ze van hun eigen naam?
Ik ben genoemd naar mijn oma’s. Adriana Pieternella. Heerlijk ouderwets. Mijn ouders wilden me als roepnaam Petra geven, en dan zou ik naar één oma zijn vernoemd. En tja, dat kon natuurlijk niet. Dus ondanks mijn heerlijk ouderwetse namen heet ik gewoon Petra Overbeek.
Als ik anders zou heten, zou ik dan ook iemand anders zijn? Hoeveel invloed heeft mijn naam op mij?
Dat vraag ik me wel eens af. Voor mijn personages heeft een naam soms heel veel invloed, hoe eenvoudig hij ook is. Iemand heeft ze die naam gegeven. Het is een deel van wie ze zijn.

Je kunt ook teveel nadenken over een naam. Het is een belangrijk kenmerk van wat tegenwoordig een ‘Mary Sue’ wordt genoemd. Een personage dat te perfect is. Iemand die alles kan, door iedereen bewonderd wordt en nooit iets fout doet. Veel verhalen van tienermeisjes die je op het internet kunt vinden, hebben een Mary Sue als hoofdpersoon. Iemand met Smaragdgroene ogen, goud glanzend haar en een naam als Ebony Dark'ness Dementia Raven Way. Deze heb ik niet verzonnen. Tik hem maar eens in op google. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat je daar vind.

Een naam moet passen bij de andere namen in een verhaal, tenzij je iemand uit een vreemd land er tussen stopt. Dan is het weer een onderdeel van plot. Een naam moet passen bij de tijd en plaats van je verhaal, passen bij je personage, en hij mag vooral niet belachelijk klinken. Dat zijn een heleboel dingen om over na te denken. Dus doe ik soms een uur over een naam van maar één lettergreep. Een naam is belangrijk. Want het zijn uiteindelijk de personages die een verhaal vooruit trekken. En als er één de verkeerde naam heeft, dan blijft dat van begin tot eind een probleem.

Volgende keer: Hoe belangrijk is een pen?

zondag 22 augustus 2010

Over schrijven en overschrijven.

Het wordt me vaak gevraagd als ik mensen vertel dat ik schrijf. Hoe kom je erop? Hoe verzin je dat allemaal? Daar is maar een antwoord op mogelijk.
Ik heb werkelijk geen idee.
Het begint vaak met iets heel eenvoudigs. Een liedje, een woord, een sfeer of een indruk. En daar maak ik dan een beginnetje mee. Meestal is dat een bladzijde of twee. Daarna kan ik het gerust maanden vergeten. Dan ligt het ergens in een laatje tot ik weer aan iets nieuws wil beginnen. Dan komt het de kast uit en ga ik ermee aan de slag.

Ik maak nooit een plan. Als ik iets uitdenk voor ik ga schrijven maak ik het nooit meer af, want dan is het niet leuk meer. Dan is de verrassing eraf. Nee, als ik echt iets leuks wil schrijven, dan moet ik gewoon beginnen. Dan komt het uiteindelijk vanzelf, hoe gek het ook klinkt. De helft van de tijd heb ik geen idee wat er gaat gebeuren. Als het echt spannend wordt, ga ik sneller schrijven omdat ik wil weten hoe het afloopt.

Ik heb er wel eens over nagedacht hoe zoiets mogelijk is. En volgens mij ligt het aan de personages. Als zo’n personage eenmaal een ‘persoon’ wordt, kun je ze niet zomaar meer vertellen wat ze moeten doen. Je kunt ze geen dingen laten doen die tegen hun natuur in gaan. Ze zijn soms zo verschrikkelijk eigenwijs. Ze laten zich niet dwingen.

Niet dat ik dat zomaar toelaat natuurlijk. Wie niet horen wil moet maar voelen. Als ze niet willen doen wat ik wil dat ze doen, maak ik het gewoon nog wat moeilijker voor ze. In de wereld die ik schrijf, kan ik alles maken. Ik kan alles doen binnen de geldende natuurwetten, en zelfs die zijn nog iets op te rekken. Alles is mogelijk.
Maar toch… toch kan ik niet zomaal alles maken. De mensen die ik schrijf, laten zich niet vertellen wat ze moeten doen. Niet door mij in ieder geval. Ik weet dat het heel bizar klinkt, maar zo werkt het bij mij. Een verhaal schrijft zichzelf, als ik eenmaal een goed begin heb.

Ik kan dus ook echt niet schrijven achter een computer. Die knipperende cursor vernietigd elke vorm van inspiratie. Dus heb ik stapels met schrijfblokken liggen en een vulpen om mee te schrijven.
Ik ben begonnen met vulpennen omdat ik met een balpen veel te snel ga schrijven. Dan is het echt niet meer te lezen. Een vulpen dwingt me om rustiger te schrijven omdat anders mijn vingers helemaal onder de inkt komen te zitten. Het is nu zo’n gewoonte geworden dat ik echt alleen maar met een vulpen kan schrijven. Zo ontwikkel je als schrijver allemaal rare gewoontes.

Nadeel aan mijn rare gewoontes is dat ik alles over moet gaan typen als ik eenmaal klaar ben. Het grote voordeel daarvan is dat ik gedwongen wordt om alles nog eens grondig na te kijken. Als je alles nog een keer goed van begin tot eind doorwerkt, zie je elk foutje. Maar het kost wel enorm veel tijd. Een schrijfblok kun je overal mee naartoe nemen, maar voor het typwerk moet je tijd maken achter de computer. Niet erg handig, en ook niet zo leuk als het schrijven zelf. Maar voor mij werkt het, en dat is het belangrijkste, toch?

zaterdag 14 augustus 2010

Kaartjes en katers





Eerder deze week lag er een erg leuke verrassing in de bus. Eerst viel het me niet eens op, want het was half onder de deurmat beland, maar toen ik zag wat het was heb ik er minstens een kwartier naar staan staren.
Een ontvangstbevestiging van de uitgever…
Dat is natuurlijk niet zo heel bijzonder. Het is niet meer dan netjes dat ze zoiets sturen, toch? Maar het was de aanhef waar ik naar bleef kijken.
Geachte schrijver.
Schrijver.
Vanaf nu kan ik dus echt zeggen dat ik een schrijver ben. Nou ja, schrijfster. Maar dat staat niet op de voorgedrukte kaartjes van de uitgeverij.
Ik heb het kaartje naast mijn bed staan. En elke keer als ik ernaar kijk, heb ik spontaan zin om te gaan schrijven.
Schrijven is een heel apart iets. Wil je echt iets produceren, moet je er toch een beetje voor in de stemming zijn. Hoewel ik het echt leuk vind, is het altijd weer lastig om te gaan zitten en eraan te beginnen. Schrijfontwijkend gedrag heet dat. Ik denk dat veel schrijvers daar last van hebben. Want het is best een inspanning. Je moet je echt stevig concentreren. Een fout is zo gemaakt. En dan bedoel ik geen spelfouten. Die maak ik genoeg, zoals jullie misschien al hebben gezien. Een spelfout is snel verholpen, als je hem eenmaal hebt gevonden. Maar een fout in de logica, het plot of de tijdlijn is veel lastiger. Soms is het met een enkel zinnetje op te lossen, soms moet je er een heel hoofdstuk voor omgooien. Een foutje in de tijdlijn kan soms bladzijdes lang invloed hebben op je verhaal. Het is allemaal niet makkelijk. Schrijven met een kater is al helemaal moeilijk. Zeker als hij probeert mijn schrijfblok op te eten. Maar goed dat het niet mijn eigen kater is.

Volgende keer: over schrijven en overschrijven.

zondag 8 augustus 2010

Het is best leuk, zo’n blog. Er zijn zoveel dingetjes die je erop kunt zetten om het nog wat gezelliger te maken. Zo heb ik nu de gadgets ontdekt.
En dat zijn er veel.
Een heel stuk meer dan alleen de simpele kalender die je hier onderaan kunt vinden. Je kunt alles op je blog zetten, van je dagelijkse horoscoop tot citaten van Mr. T en Bruce Lee. Heren die ik meer associeer met het betere knokwerk dan hun wijze woorden.
En terwijl ik met veel plezier door al die leuke gadgets zat te snuffelen bedacht ik me iets. Waarom zou iemand een virtueel huisdier, een dagelijks Bijbelcitaat of plaatjes uit de nieuwste vampierfilm onderaan zijn blog willen hebben?
Om dezelfde reden dat we onze belevenissen op internet zetten, dat we foto’s nemen met een telefoon of film kijken in de trein.
Gewoon, omdat het kan.
Er is niets leuker dan het ontdekken van de eindeloze mogelijkheden van de moderne technologie. Dat begin ik zelfs te ontdekken. Ik ga mijn LP collectie nog niet wegdoen (in tegendeel, ik heb net weer een stapel nieuwe gekocht), maar vanaf nu heb ik wel foto’s van de Hubble telescoop op mijn blog staan. Gewoon, omdat het kan.