woensdag 19 januari 2011

Chattende doden

Leuk he, zo'n computer. Hij doet alles wat je zegt, en de mogelijkheden zijn eindeloos. Je kunt de hele wereld over zonder van je stoel af te komen. Met mensen in contact komen zonder een woord te zeggen. Op het werk zijn ze helemaal onmisbaar. Ze rekenen alles voor je uit en maken communicatie makkelijk en snel. Ideaal toch? De computer doet al het werk voor je. De computer is de gewillige slaaf van de maatschappij.
Maar is dat wel zo?
Iedereen heeft een computer thuis, en de gemiddelde Nederlander maakt daar steeds meer gebruik van. Na werktijd is er een heleboel dat thuis nog gedaan moet worden. Mails beantwoorden, sociale media bijhouden, rekeningen betalen en nog veel meer. En als dat gedaan is, begeven we ons in die enorme speeltuin die het internet heet. Het is bijna een verplichting geworden om je hele hebben en houden op het internet te zetten. Kinderen zitten uren per dag spelletjes te doen, of te chatten met alles en iedereen, maar ondertussen neemt overgewicht onder kinderen schrikbarend toe. Buitenspelen is ouderwets. Alle vriendjes en vriendinnetjes zitten thuis achter hun
eigen beeldscherm en doen vanaf daar gezellig mee. Het leven gaat zich steeds meer afspelen door draadloze verbindingen en glasvezelkabels.
Het doet me denken aan een liedje van Herman van Veen. Iets dat hij ooit schreef toen de televisie in opkomst was. Het heet 'Zingende doden', en daarin zingt hij dit:

en ik dacht: als nu de wereld eens vergaat
is er niemand die het in de gaten heeft
want ze zitten aan de beeldbuis vastgekleefd.

Vervang beeldbuis door beeldscherm en je tilt het lied zo de 21ste eeuw in. We zitten aan onze computers gekleefd, met telefoonlijnen aan elkaar verbonden.
Wat zou er eigenlijk gebeuren als het internet op de een of andere manier zou ophouden te bestaan? Als alle computers alleen nog maar zwarte schermen zouden hebben? Misschien zou dan spontaan de wereld wel vergaan.

woensdag 5 januari 2011

Nieuw jaar, nieuwe kansen!

Mijn grote vriend is exit. Jaja, dezelfde grote vriend die ik zo zorgvuldig heb zitten lijmen. Hij werd mij toch iets te traag, te onhandig en te groot. Dus heb ik hem helaas de deur uit moeten knikkeren. Hij is vervangen door een snelle, slanke, roodharige dame. Na een hele dag zorgvuldig selecteren heb ik mijn nieuwe assistente aangenomen. Ze heeft een heleboel voordelen tegenover mijn oude vlam. Ze gaat veel langer mee, past zo in mijn tas en, heel belangrijk, ze kleurt bij mijn favoriete vulpen!
Dus met behulp van deze dame ga ik mijn blog weer hervatten. Na een paar weken zonder tijd, inspiratie en zin, ga ik er weer vol goede moed aan beginnen. En helaas heb ik gelijk droevig nieuws. Ik heb mijn manuscript terug gekregen van de uitgever. Er zat een bemoedigend briefje bij, maar het nieuws was niet goed. Ze willen het niet. Niet goed genoeg, te dik, te saai, te lang, verkeerde doelgroep, ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat ik het niet zomaar opgeef. Uitgever nummer twee is al benaderd, en nummer drie en vier zitten er aan te komen. Met mijn nieuwe roodharige assistente ga ik een hele nieuwe brief schrijven. Een die wat meer schrijverig en wat minder zakelijk is.
Ik ben heel benieuwd!