maandag 26 juli 2010

Van schrijver naar uitgever, stap een.

Om gelijk maar met de deur in huis te vallen, ja ik schrijf met pen en inkt. Heel ouderwets, ik weet het, maar zo ben ik nu eenmaal. Ik luister naar lp’s (langspeelplaten, voor de moderne mensen onder ons), ik woon in een huis uit de negentiende eeuw en ik schrijf met een echte ouderwetse vulpen.



En schrijven, daar gaat het hier allemaal om. Want er zijn veel mensen die schrijven. Veel meer dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Veel mensen zijn onzeker over wat ze schrijven. Het is heel eng om je werk aan een ander te laten zien, daar weet ik alles van. Er zijn veel mensen die iedereen vertellen dat ze schrijven, maar misschien nog wel meer die het geheim houden. Stiekem doen, alsof het iets is dat niet mag. Iets om je voor te schamen.

Schrijven voor jezelf is één ding, maar het aan een ander laten lezen is iets heel anders. Dat is een enorme drempel die je als beginnend schrijver over moet. Maar als je eenmaal zover bent, dan gaat het al snel verder. Het is een geweldig gevoel, als iemand anders geboeid is door iets van jouw hand. Dat jouw woorden iemand kunnen vermaken, vast kunnen houden. Dat ze blijven hangen en iemand aan het denken zetten.

Positief commentaar kan een schrijver net dat zetje geven om zichzelf nog verder te verbeteren. Om iets te schrijven wat echt bijzonder is. En dan komt de grootste drempel die er is.



De uitgever.



De uitgever is een concept dat elke serieuze schrijver kent en vreest. De goedkeuring van de uitgever, daar gaat het om. Als je die drempel hebt genomen, begint het echte werk. Jouw naam op de voorkant van een boek vol met je eigen woorden en zinnen. Mensen die in de trein jouw boek lezen. Daar gaat het om. Maar dan moet je eerst die enorme stap nemen. En daar ben ik nu aangeland.



Je zou zeggen dat het schrijven van het boek zelf het moeilijkste is. Het is tenslotte een heel werk. Maar eigenlijk is dat niet zo. Natuurlijk moet het boek goed zijn. Goed genoeg voor een uitgever. Maar zeker bij een eerste boek is dat niet wat het moeilijkste is. Er zit geen druk achter. Geen deadline. Je hebt alle tijd om het rustig door te lezen, te verbeteren, aan een ander te laten lezen, weer te verbeteren en ga zo maar door. Maar dat komt het. Je moet het kunnen presenteren bij de uitgever. Je kunt niet zomaar een pak papier opsturen. Het moet worden voorgesteld aan de redacteur. En daar heb je de synopsis en de begeleidende brief voor nodig.



De synopsis en begeleidende brief zijn van levensbelang. Het is je eerste indruk. Je sollicitatiebrief. En als je schrijft, wordt er van je verwacht dat je er iets bijzonders van maakt. Want dat doe je tenslotte, werken met woorden. Dit zijn de eerste dingen die een uitgever van jouw hand leest. Als het niet voldoet, wordt het manuscript niet eens gelezen. Het is als de kleding bij een sollicitatiegesprek. Je kunt nog zo geschikt zijn voor de baan, als je op komt dagen in een blouse met een vlek erop krijg je hem toch niet. Je hebt maar een kans voor een eerste indruk, en daar moet je je best op doen. Uren voor de spiegel, de hele kledingkast overhoop, net zolang tot alles tot in de puntjes verzorgd is.



Een synopsis is net zo. Alles moet perfect zijn. Tot in de puntjes verzorgt. Alle spelfoutjes eruit, alle zinnen gewassen en gestreken tot ze perfect zijn. Het probleem is alleen, voor een synopsis is er geen voorschrift. Geen mode. Geen standaard waaraan het moet voldoen. Een nette broek met een mooie blouse en een leuk jasje is altijd een veilige keus. Bij een synopsis is er geen veilige keus. Wat moet erin? Wat kan eruit? Moet het lezen als een spannend verhaal, of als een opsomming van gebeurtenissen? Wat wil de redacteur lezen? Het is een doolhof met vijf wegen naar dezelfde uitgang. Ze zijn allemaal goed, maar de een is beter dan de ander. En dan kun je alsnog de verkeerde nemen en hopeloos verdwalen. Het is een kwestie van voorkeur van de lezer. En je lezer is in dit geval iemand die de toekomst van jouw boek kan bepalen.



Een synopsis is een moeilijk iets, en dan ben ik nog niet eens aan de begeleidende brief begonnen. En ineens is het gevoel van vroeger terug. Niemand mag lezen wat ik schrijf, ik ben toch niet goed genoeg. Het gevoel van schaamte dat ik dacht overwonnen te hebben, heeft weer op volle sterke toegeslagen. Maar dit keer ga ik het volhouden.

Vertrouwen in jezelf, vertrouwen in je werk. Dat is het idee.

Niet geschoten is altijd mis. Niet gebakken is geen taart. Ik ga het gewoon proberen.

Wordt vervolgd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten